Reactie op NRC-artikel

Reactie op NRC-artikel

21 mei jl. verscheen er een groot artikel in het NRC over mennonieten die in Peru (in dit geval) flink huishouden. Het is een schrijnend, maar inhoudelijk goed artikel. Ondanks dat er nergens een link met de Nederlandse doopsgezinden gelegd wordt, komen er toch vragen vanuit het land van mensen die ongemak voelen bij het artikel. Een jaar geleden verscheen er, ook in het NRC, een column waarin mennonieten en de Nederlandse doopsgezinden aan elkaar verbonden werden en de twee begrippen foutief door elkaar gebruikt. Daar kwam toen een officiële reactie op vanuit de doopsgezinden. Een stuk eruit willen we onder de aandacht brengen en kan ook als eerste korte reactie op het stuk in NRC van afgelopen woensdag dienen.

Mennonieten zijn niet één op één hetzelfde als doopsgezinden. Het is een veelzijdig en breed uitgewaaierd geheel van mensen met verschillende overtuigingen. De mennonieten waarover in [Peru] gesproken wordt is een gemeenschap die zich heeft teruggetrokken uit de omringende wereld in een vanuit hun geloof sterk gevoeld eigen gelijk en is daarmee een gemeenschap die zich helemaal aan de rand van het spectrum bevindt. Zij staan afwijzend tegenover de wereldwijde gemeenschap van Mennonites. Waar Nederlandse doopsgezinden midden in de Nederlandse en wereldwijde samenleving staan, zijn deze mennonieten een zeer geïsoleerde sekte die alles buiten hun eigen gemeenschap afwijst. Deze mennonieten zijn ook geen lid van de wereldwijde anabaptisten, verenigd in Mennonite World Conference (MWC). Toch wordt er al jaren geprobeerd contact te onderhouden met deze groepen, ook om de zaken die naar voren komen in het artikel te bespreken. Dat gaat helaas moeizaam.

Onze geloofsgemeenschap neemt in de scherpste bewoordingen afstand van de verwoesting van onze aarde. Ons verstaan van de traditie waarvan Menno Simons een van de grondleggers is, is die van een geloofsgemeenschap die zich verantwoordelijk voelt voor de wereld waarin wij leven.

Tekst: Henk Stenvers, Jaap Brüsewitz
Beeld: Huzaifa Ochon